Dit boek behandelt het meten en wegen in de Lage Landen tot aan de invoering van het metrieke stelsel in 1816. De aanleiding van de auteur om zich na zijn pensionering aan deze geschiedschrijving te wijden was de ontdekking in het Nationaal Archief van een groot aantal rapporten van de lokale overheden die de situatie beschreven van de ijk van maten en gewichten omstreeks 1809. De auteur vond het bovendien nodig dat er een werk bestond dat aandacht besteedt aan de wijze waarop de maten en gewichten in de Lage Landen zijn ingevoerd. Behalve het Nationaal Archief bleek het Nmi Museum IJkwezen te Delft, dat over een unieke collectie maten, gewichten en meetwerktuigen beschikte, een belangrijke informatiebron. ‘Beschikte’ in plaats van ‘beschikt’, want dit museum moest onder druk van bezuinigingen het veld ruimen, welk feit achteraf voor de auteur een derde reden was om onderhavig werk te publiceren.
De aandacht van het boek is geconcentreerd op de Noordelijke Nederlanden en is als volgt opgebouwd. Eerst is er een hoofdstuk over de Antieke Wereld waarin onder meer het oude Egypte, Babylonië, Griekenland en Rome aan de orde komen en daarna een hoofdstuk over de Middeleeuwen, waarin meerdere Europese landen de revue passeren. De rest van het boek is niet meer chronologisch; elk hoofdstuk behandelt de periode van na de Middeleeuwen tot de invoering van het metrieke stelsel. Voordat vanaf hoofdstuk 5 elke provincie apart wordt besproken, zijn er twee hoofdstukken die daarop inleiden. Hoofdstuk 3 bespreekt de staatkundige situatie en de handel en verder het fenomeen van de stad met diens gilden en wagen. Het vierde hoofdstuk tracht dan een algemeen beeld te geven van de wijze waarop het toezicht op de maten en gewichten was georganiseerd. In de hoofdstukken die aan een provincie zijn gewijd, wordt steeds de kern gevormd door een opsomming van de maten en gewichten die in een betreffende provincie — of in een stad daarbinnen of in een ander deel daarvan — werden gebruikt. De metrieke waarde wordt met een zekere marge van nauwkeurigheid gegeven; er wordt vermeld in welke onderdelen een dergelijke maat of dergelijk gewicht was verdeeld en de bron die is gebruikt. Ook is er, voor zover mogelijk, een namenlijst van de ijkers met de periode waarin zij hun functie uitoefenden. De verdere tekst dient om deze lijsten in hun context te plaatsen: een korte geschiedenis van de betreffende provincie, de organisatie van het bestuur en verdere relevante opmerkingen. Een laatste hoofdstuk is aan België gewijd.
Treffers: 747